Leidinggeven aan de ontwikkeling van een kindcentrum is complex. Je houdt rekening met verschillende belangen, werkt aan een gezamenlijke cultuur en gelijkwaardigheid en hebt aandacht voor de inhoudelijke ontwikkeling. In dit proces moet je heel wat thema’s op je netvlies hebben, overzicht houden én focus aanbrengen. Doe dat vooral mét elkaar. Het praatbord kindcentrumontwikkeling is daarbij een handig hulpmiddel. | Aart Verschuur

Met alleen een uithangbord aan de muur ben je nog geen kindcentrum. Dat klopt, maar hoe kom je daar dan? Wellicht kan het praatbord kindcentrumontwikkeling je helpen. Met je samenwerkingspart­ners praat je dan langs gestructureerde lijnen over het gezamenlijke doel en over hoe je dat kan bereiken. Ik spreek hierover met Leonie Wesseling (interim operationeel manager bij Floreo­Kids), Geeske Hoogenboezem (directeur basisschool Ter Does van organisatie voor primair onderwijs WIJdeVenen), Meryl Otto (locatiehoofd kinderopvang Zeven­ hoven van Stichting Kinderopvang Lie­ meer (SKL)) en Henriëtte Kikken, de ont­wikkelaar van het praatbord kindcentrum­ ontwikkeling. Leonie, Geeske en Meryl hebben inmiddels veel ervaring met het praatbord. Zij wer­ken, elk namens hun organisatie, samen in de projectgroep kindcentrumontwik­keling in het groene hart. Deze ontwikke­ling, in de gemeenten Kaag en Braassem en Nieuwkoop, vindt plaats in acht kind­centra, waar elk kindcentrum z’n eigen tempo heeft en mag hebben. Want elk kindcentrum zit in een andere ontwikke­lingsfase en heeft een eigen context. Hoe werken zij met het praatbord van Bureau Kikken?

Lokale context

Meryl van SKL vertelt dat de drie organi­saties op bestuursniveau de wens heb­ ben uitgesproken om in samenwerking kindcentra verder te ontwikkelen. Geeske, van WIJdeVenen: ‘Deze bestuurlijke overeenkomst beschrijft het pad dat we willen bewandelen om de samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs te versterken, met duidelijke aandacht voor de lokale context. Het kindcentrum waar Meryl locatiemanager is, hoeft dus niet in de afspraken, vormgeving en visie hetzelfde te zijn als het kindcentrum waar ik werk.’
‘Alles draait om lokaal maatwerk’, vult Leonie Wesseling van FloreoKids aan. ‘Op alle locaties leeft de wil om samen te werken. Vervolgens is het aan elk kind­ centrum om met alle samenwerkings­partners te kijken welke ontwikkelstap­ pen ze willen maken en in welk tempo.’ Geeske: ‘Onze projectgroep monitort de kindcentrumontwikkeling en stimuleert deze op verschillende manieren voor de drie organisaties gezamenlijk. Door de inzet van het praatbord hebben we voor elk kindcentrum een goed beeld van de huidige samenwerking, de ambitie, de ondersteuningsbehoeftes van school­ directeuren en locatiemanagers kinder­opvang en hoe we als projectgroep kun­ nen helpen bij de vervolgstappen.’

Gezamenlijke taal

Henriëtte Kikken vertelt dat een belang­ rijke verdienste van het samen gebrui­ken van het praatbord de ontwikkeling van een gezamenlijke taal is. Verschil­ lende bestuurders vanuit elk hun eigen vakgebied monitoren hiermee de ont­ wikkeling van de kindcentra. ‘Vaak vin­ den bestuurders het moeilijk om te zien hoe het staat met die ontwikkeling en te duiden wat er aan organisatieontwikke­ling nodig is.’ Geeske: ‘Voor WIJdeVenen is het belang­ rijk dat we nu goed in kaart kunnen brengen wat er in de afgelopen jaren al aan kindcentrumontwikkeling is ge­daan. Sommige kindcentra zijn al vijf jaar bezig met intensieve samenwer­king, andere zitten nog in aparte gebou­wen en zetten pas de eerste stappen. Dat kun je door gebruik van het praatbord goed met elkaar vergelijken.’ ‘We komen erachter dat mensen op hun locaties vaak enthousiast aan de slag zijn gegaan met samenwerking en de ontwikkeling van kindcentra, maar dat er nog een slag te maken valt in visievor­ming. Waar doe je het eigenlijk voor? Welke behoefte speelt in de woonkern waar je actief bent? Welke rol wil je spe­len in jouw wijk? Wat is er nodig om samen meerwaarde te creëren, voor ge­ zinnen, kinderen, medewerkers en de dorpen en woonkernen als geheel?’ ‘Met het praatbord gaan we nu gestruc­tureerd te werk, waardoor we gezamen­lijk nieuwe stappen kunnen zetten en echt iets nieuws kunnen vormgeven. Want dat kunnen onderwijs en kinder­opvang alleen samen doen.’

Betrokkenheid medewerkers

De projectgroep begeleidt de praatbord­ gesprekken. Meryl, Geeske en Leonie zijn door Bureau Kikken opgeleid tot praatbordbegeleider. Nadat de school­ directeuren en locatiemanagers kinder­opvang (de richting van) de ontwikkelin­gen – ook via het praatbord – in kaart hebben gebracht, gaan ze verder aan de slag. Samen met de teams maken ze een plan van aanpak voor het kindcentrum. Dat zorgt ervoor dat medewerkers zich betrokken voelen bij de ontwikkeling en het niet bij praten alleen blijft. Twee keer per jaar hebben de school­ directeur en de locatiemanager kinder­opvang van een kindcentrum een gesprek met de bestuurders van beide organisaties. Ze praten over de voort­ gang en wat nog extra nodig is. Soms zijn dat thema’s die de bedrijfsvoering van de drie organisaties raken. Deze staan op een ontwikkelagenda en de drie organisaties zorgen samen dat deze thema’s door medewerkers worden op­ gepakt.

Onderzoekslabs

Er zijn ook ‘onderzoekslabs’ voor school­ directeuren, locatiemanagers en staf­ medewerkers over specifieke thema’s. Meryl van SKL: ‘De deelnemers kiezen er zelf voor om aan een dergelijk onder­ zoekslab mee te doen en er tijd en ener­gie in te steken. De labs passen bij de ontwikkeling van hun kindcentrum.’ Geeske: ‘Zo hebben we vier onder­zoekslabs met als onderzoeksvraag: “Hoe ontwikkel ik een visie voor mijn locatie?” Deelnemers gaan dan zelf op onderzoek uit en kijken goed naar voorbeelden in het land. We brengen dan theoretische modellen in en bespreken hoe je deze concreet maakt in het kindcentrum. En we bevragen de deelnemers: wat weten ze van de ontwikkelingen in het eigen dorp, wat is het gemeentelijk beleid? Dit doen we uiteraard met deskundige begelei­ding. Met al die input gaan deelnemers na zo’n onderzoekslab aan de slag in het eigen kindcentrum en dat werkt.’ Henriëtte: ‘Wat me opvalt in de onder­zoekslabs is dat het ondernemerschap wordt getriggerd. Door zelf onderzoek te doen, door naar buiten te kijken, zien deelnemers nieuwe perspectieven en sa­menwerkingskansen. En dat is nodig in de ontwikkeling van kindcentra.’
‘Er is over deze aanpak veel enthousiasme onder collega’s’, vertelt Leonie van FloreoKids. ‘Iedereen beseft dat we dit voor de kinderen doen en het zorgt voor verbinding in de teams. Medewerkers vin­ den het belangrijk en inspirerend om mee te praten over onderwerpen die lei­ den tot een betere samenwerking en een betere doorgaande lijn voor kinderen van 0­13 jaar. Natuurlijk, het vraagt allemaal tijd. Het levert echter veel op. Ook aan motivatie, want mensen zien dat er echt wat wordt gedaan met wat ze inbrengen.’

Hoe gebruik ik het Praatbord?

Samen met een aantal organisaties in de kinderopvang en het onderwijs heeft Bureau Kikken de belangrijkste thema’s in de ontwikkeling van een kindcentrum geconcretiseerd. Kindcentrumontwikkeling is verdeeld in acht ontwikkellijnen, met per ontwikkellijn vier ambities: apart, afstemmen, samen creëren en samen verantwoordelijk. Per ontwikkellijn bespreek je op welk niveau je je nu bevindt (het heden) en wat je ambitie is op korte en op lange termijn (morgen). Dit gaat via het praatbord, dat je samen langsloopt. Ben je al aan het afstemmen? Of wellicht al samen aan het creëren?
Elke ontwikkellijn loop je langs. Je krijgt hier- door een beeld over de samenwerking en wat je al hebt bereikt en helder zicht op de volgende stappen. Dit zijn de acht ontwikkellijnen:

  • visie en kindcentrumplan
  • pedagogische – en didactische visie en aanpak
  • kindcentrumorganisatie
  • ondersteuningsstructuur b.v. het kind
  • medezeggenschap en educatief partner- schap
  • middelen
  • kwaliteit en veiligheid
  • communicatie

Je gebruikt het praatbord in gesprek met je samenwerkingspartner in drie rondes. Op het praatbord geef je met bijgevoegde stickers per ontwikkellijn het ‘nu’ en het ‘morgen’ aan. Daarna bepaal je met welke ontwikkellijn(en) je op korte termijn aan de slag gaat en hoe je dat gaat doen. Welke ontwikkellijn(-en) is/zijn de sleutel voor een volgende stap in de kindcentrumontwikkeling? Welke ontwikkellijnen kunnen elkaar versterken? Wat is haalbaar en realistisch?

Gezamenlijke taal

Elke context van een kindcentrum in wording is anders. Door een gesprek via het praatbord worden bij jezelf en je samenwerkingspartner(s) onuitgesproken verwachtingen of aannames concreet. Wat willen we nu precies? Hoever gaat onze samenwerking? Wellicht is afstemmen of samen creëren wel het maximaal haalbare. Duidelijkheid scheppen is voor samenwerkingspartners en teams belangrijk. Wan- neer er meerdere kindcentra in ontwikkeling zijn in (een) organisatie(s), creëer je door het praatbord een gezamenlijke taal over de am- bitie en over wat er al is bereikt. De samen- werkende organisaties kunnen hierdoor de ontwikkelingen makkelijker monitoren en concreter ondersteunen.

Levend hulpmiddel

Het praatbord is een communicatiemiddel, een levend instrument. Het is – fysiek – een grote sticker (om eventueel ergens op te plakken) en je kunt er met een white- boardstift op schrijven. Hang hem op een zichtbare plek, zodat je de voortgang ziet en je overzicht en focus houdt. Het idee is dat je er minimaal elk jaar opnieuw mee aan de slag gaat. De uitleg, de stickers en de ontwikkellijnen per ambitieniveau zijn uitgewerkt in een boekje met handleiding.

Het Praatbord Kindcentrumontwikkeling is ontwikkeld door de inzet en inspiratie van OZHW, Yes! Kinderopvang, WIJdeVenen, FloreoKids en SKL. Over het prototype is onder andere feedback gegeven door kindcentra van SKR, PCPO Barendrecht-Ridderkerk, Lucas Onderwijs, DAK en 2Samen. Meer info vind je op https://www.bureaukikken.nl/inspiratie/

Gepubliceerd in BESTUUR BELEID MANAGEMENT EN PEDAGOGIEK IN HET KINDCENTRUM • MAART/APRIL 2024 | 28